Mijn jeugd:
Ik ben geboren in Scheveningen, vlakbij de zee. Ik vond het daar heerlijk. Mijn vader was een stuurman op een groot schip en maakte verre reizen. Maar altijd als hij terugkwam, nam hij iets bijzonders voor mij mee. En thuis vertelde hij me natuurlijk spannende verhalen, of las hij voor uit Pietje Bell.
Nu woon ik in Reeuwijk. Vanuit mijn werkkamer heb ik een mooi uitzicht over groene polders, vol koeien en schapen. En langs de Reeuwijkse Plassen kun je fijn fietsen, wandelen en hard lopen.
Hoe ik schrijver ben geworden:
Bij ons thuis hield iedereen veel van lezen. En omdat mijn vader door zijn verre reizen lange tijd van huis was, las mijn moeder mij vaak voor. Heerlijk vond ik dat.
Maar ik wilde ook heel graag zelf al die boeken kunnen lezen. Ik oefende net zo lang, tot het mij lukte. Ik was toen vijf jaar.
Op school las ik ook veel, maar het liefst schreef ik zelf verhalen.Ik ging naar de HBS en daar was Nederlands mijn favoriete vak. Ik dacht er zelfs over om Nederlands te gaan studeren. Hoewel: journalist worden en mensen interviewen leek me ook leuk. Toch ging ik eerst naar de Pabo en werd juf. Wat een fijn vak.
Zelf ‘echt’ een boek schrijven deed ik pas na de geboorte van mijn kinderen. Zij zijn, zoals je al las, een tweeling en over hen gaat mijn eerste boek Kiki en Pim.
Over de boeken
Lezen maar!
Als je mijn boeken kent, merk je dat ik over allerlei onderwerpen schrijf: speuren, hockey, school, dansen, voetbal en vooral vriendschap. Ook schrijf ik graag voor kleuters en maak ik AVI-boeken. Hieronder kun je meer over alle leverbare series lezen.
Spekkie en Sproet
spekkie_sproet_rennen Zelf hou ik erg van speuren. En nadat een keer mijn auto was gestolen, verzon ik twee speurders: Spekkie en Sproet. Spekkie heet eigenlijk Marloes, maar omdat ze altijd een spekkie eet, noemt iedereen haar Spekkie. Sproet, met bril en sproeten, is haar allerbeste vriend.