weemoed, schoonheid en troost
Ik beleef een ongekend plezier aan het werken met verf en al zijn mogelijkheden.
Ik experimenteer met manieren van gebruik en combinaties met andere materialen. Kortom; ik hou van verf en weiger mee te gaan in de opvatting dat de schilderkunst is gestorven. Het werk gaat vooral over de schijnbare tegenstelling tussen intimiteit en isolement. Intimiteit wordt verbeeld door alledaagse taferelen, die door hun uitvergroting en het ontbreken van een context in een isolement lijken te verkeren. Weefsels in de vorm van vitrage vormen een metafoor voor gescheiden werelden die flinterdun en diffuus van elkaar gescheiden zijn.
Voor zichzelf sprekende beelden en voorstellingen worden benadrukt door de sobere kleurstelling van de achtergrond. In enkele werken is een letterlijke tegenstelling tussen binnen en buiten zichtbaar. Voor en achtergrond zijn in betekenis gelijkwaardig. Het zijn werelden die in elkaar bestaan maar elkaar niet raken. Op een ander niveau kan het werk bekeken worden vanuit het zijn van de mens. De menselijke behoefte aan intimiteit staat lijnrecht tegenover de realiteit van het menselijke isolement. Intimiteit en isolement zijn onlosmakelijk met elkaar verbonden. Het elkaar niet kunnen raken in een onlosmakelijke verbondenheid.
Aan het samenbrengen van deze tegenstelling in geschilderde beelden beleef ik weemoed, schoonheid en troost. De manier waarop dit verbeeld kan worden vormt een eindeloze bron van inspiratie die de schilderkunst voor mij zo levend maakt als het leven zelf.